De werkvorm stap voor stap

 

1. Print de acht foto’s (zie Bijlage), knip ze uit en leg ze op een tafel voor in het klaslokaal.

    Hang een touw van de ene kant van het lokaal naar de andere kant met daaraan acht wasknijpers.

 

2. Leg uit dat het (bijna) Prinsjesdag is, de derde dinsdag van september.

    Deze dag verloopt ieder jaar op dezelfde manier en in deze les gaan de leerlingen kijken hoeveel ze daarvan weten.

  • Vraag: Wat voor belangrijke dingen gebeuren er op Prinsjesdag?

 Geef enkele leerlingen het woord.

 Vertel daarna dat jullie aan de hand van acht foto’s gaan bekijken hoe Prinsjesdag verloopt.

 

3. Hang foto 1 op: De ministers maken plannen!

  • Vraag: Over wat voor dingen moeten er in Nederland allemaal plannen gemaakt worden?

 Je kunt leerlingen op weg helpen door ze te vragen waar ze allemaal gebruik van maken op een normale dag?

    De school, de trein etc. Wie regelen dat?
 Vertel de leerlingen dat al die plannen worden opgeschreven in de troonrede.

    Daarin staan ieder jaar de belangrijkste plannen voor het land.

    Hoe dat allemaal betaald moet worden staat in de miljoenennota, die in het koffertje zit.

 

4. Hang foto 2 op: Paleis Noordeinde in Den Haag

  • Vraag: Wie werkt hier?

 Vertel dat de Koning op Prinsjesdag hier, in zijn werkpaleis, wacht tot de Glazen Koets voor komt rijden.

    Samen met Koningin Maxima stapt hij in de koets en rijdt dan naar de Ridderzaal op het Binnenhof.

 

5. Hang foto 3 op: De Glazen Koets

  • Vraag: De Glazen Koets is een tijdelijke koets omdat de ‘echte’ Koninklijke koets opgeknapt wordt. Hoe heet die andere koets?

 Vertel de leerlingen over de Gouden Koets. Deze is nog vier jaar in onderhoud! De Glazen Koets is ouder dan de Gouden Koets,

    maar al eerder opgeknapt.

 

6. Hang foto 4 op: Langs de route staan oranjefans.

  • Vraag: Hoeveel mensen denk je dat er komen kijken naar de rijtour van de Koning en Koningin in de Glazen Koets?

 Vertel dat er ongeveer 15.000 bezoekers langs de kant staan te zwaaien op Prinsjesdag.

    Alle basisschoolkinderen in Den Haag krijgen vrij om naar de koets te zwaaien.

 

7. Hang foto 5 op: Aankomst bij de Ridderzaal

  • Vraag: Sinds wanneer houden we Prinsjesdag in de Ridderzaal?

 Vertel dat Koningin Wilhelmina (de overgrootmoeder van Koning Willem-Alexander ) de eerste Koningin was die de troonrede

    in de Ridderzaal voorlas.Dat was in 1904, dus 113 jaar geleden.

 

8. Hang foto 6 op: De Koning draagt de troonrede voor.

  • Vraag: Hoeveel mensen zijn er in de Ridderzaal aanwezig bij het voordragen van de troonrede?

 Vertel dat er ongeveer 1.000 mensen bij zijn. De ministers en staatssecretarissen, leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer,

    maar ook normale burgers via een loting en belangrijke ambtenaren etc.
 Vertel dat de troonrede ongeveer een kwartier duurt. In de troonrede staan de belangrijkste plannen voor het nieuwe jaar.

 

9. Hang foto 7 op: Minister van Financiën gaat naar de Tweede Kamer met het koffertje.

  • Vraag: Wat zit er in het koffertje?

 Vertel dat de miljoenennota in het koffertje zit. In deze nota staat hoeveel geld alle plannen voor het aankomende jaar gaan kosten.

    De minister geeft deze dikke stapel papier aan de Kamerleden. Zij gaan het controleren en erover praten met de verschillende ministers.

10. Hang foto 8 op: Balkonscène.

  • Vraag: Wie staan er naast de Koning en Koningin te zwaaien op het balkon?

 Vertel dat de Koning en Koningin met de Glazen Koets weer teruggaan naar het paleis.

    Daar zwaaien ze op het balkon nog even naar de (journalisten en de) mensen die staan te kijken.

 

Benadruk dat de Koning zelf niks te zeggen heeft over wat er in de plannen staat.

Omdat we een democratie zijn, worden de plannen door ministers gemaakt en door gekozen Kamerleden gecontroleerd.

De Koning mag de plannen alleen presenteren en in de koets rijden. Dat is een belangrijke traditie.

 


Maak jouw eigen website met JouwWeb